vrijdag 5 juni 2009

Het gebruik van dierproeven

Dierproeven worden uitgevoerd in verband met wetenschappelijk onderzoek. Het doel van zo’n experimenten heeft te maken met de wetenschappelijke ontwikkeling. Zo willen onderzoekers aan de hand van dierproeven de eventuele effecten van bijvoorbeeld geneeskundige behandelingen en medicijnen achterhalen vooraleer ze op de markt te brengen voor ons, de mensen. Hieronder even een aantal cijfers waarvoor dierproeven nog gebruikt worden vandaag de dag:

- 43,3 %, het grootste deel, wordt gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Omdat wetenschappelijk onderzoek vrij breed te benoemen valt, hebben dit soort experimenten vaak ook erg uiteenlopende doeleinden.
- 31,8 % van de dierproeven heeft medische doeleinden: men test de effecten van serums en vaccins. Serums worden bereid uit dierenbloed en worden ingespoten bij de mens om een soort ‘immuniteit’ voor een bepaalde ziekte te verkrijgen. Vaccins zijn iets bekender onder ons en worden bij de mens ingespoten om te verkomen een bepaalde ziekte te krijgen.
- 16,8 % wordt gebruikt voor vergif.
- 5 % van de dierproeven zijn voor educatief gebruik. Hieronder worden onder andere de proefdieren gerekend die worden gebruikt tijdens practica op hogescholen en universiteiten.
- 3,6 % wordt ten slotte gebruikt voor diagnostiek.

Een ‘speciale’ regeling wordt getroffen bij geneesmiddelen: deze worden eerst getest op los weefsel vooraleer men de potentiële geneesmiddelen op een proefdier test. Dit heeft als bedoeling om de giftigheid van het geneesmiddel in ontwikkeling te testen. Hierna pas wordt er beslist of het geneesmiddel eventueel geschikt voor menselijk gebruik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten